Het kunnen plaatsen van deze markeringspaal op deze plek heeft een lange voorgeschiedenis. ‘Zonder de deskundige inbreng van Teunis Schuurman, gepassioneerd Tweede Wereldoorlog-onderzoeker op het gebied van de luchtoorlog in een gebied van 80 bij 80 kilometer rond zijn woonplaats Vollenhove, was plaatsing niet mogelijk geweest. Onze dank gaat dan ook naar hem uit. Teunis Schuurman is 28 januari overleden. Zijn nagedachtenis zal voor altijd aan deze markeringspaal verbonden zijn,’ schrijven interim-voorzitter Aukje van der Molen en secretaris Egbert de Vos van de Stichting Canon De Noordoostpolder in de uitnodiging voor de onthulling.
Vijf bemanningsleden verongelukten
De Lancaster Lancaster Mk.III JA702/GT-Z van het No. 156 Pathfinder Squadron van het RAF Bomber Command was op de avond van 30 januari 1944 om 17.08 uur opgestegen van de RAF-basis Warboys voor een aanval op Berlijn. Op de terugweg werd het toestel om 21.49 uur neergeschoten door Oblt. Augenstein van 7./NJG1.
Bill Cottam herinnerde zich de crash later als volgt. ‘Bij het doel aangekomen en na de bekende kreet ˮbommen losˮ gingen we weer huiswaarts. Zo spoedden we ons door de nacht terug naar onze basis met verder geen gedachten dan aan het spek met eieren (bacon and eggs) dat altijd op ons stond te wachten na de debriefing. Ik had net aan de gezagvoerder doorgegeven dat we binnen vijf minuten het vasteland boven Nederland weer zouden verlaten of het vliegtuig ging plots over in een steile duik. We waren aangevallen door een vijandelijk vliegtuig en flink beschadigd. Het lukte het toestel weer recht te krijgen, maar direct daarop gaf de Captain toch opdracht het toestel te verlaten.’
Parachute vastgeklikt
‘Binnen enkele tellen had ik mijn parachute vastgeklikt aan het harnas dat ik droeg. Daarna is het voor een aantal tellen onduidelijk wat er precies gebeurd is. Mijn eerstvolgende bewuste gedachte was dat ik me in een regenbui bevond buiten het vliegtuig en door de lucht richting aarde viel. Toen raakte ik de grond. Als door een wonder had ik het er levend afgebracht. Ik had geen idee waar ik was.’
‘Het zal een minuut of vijftien tot twintig daarna zij geweest dat ik op een aangelegd pad liep dat mij oostwaarts langs een drainagetocht leidde. Plotseling zag ik het vage silhouet van een man aan de andere kant van de tocht. Het bleek mijn Ierse maatje Paddy Coyne te zijn. Ook hij had het dus overleefd.’
Navigator Sergeant W.W. Cottam en Wireless Operator/Airgunner Sergeant P. Coyne overleefden de crash dus, minder geluk hadden de overige bemanningsleden. Pilot Officer J.E. Rule (28 jaar), Flight Engineer Sergeant E.A. Shorter (21), Bomb Aimer Flight Sergeant K.R. Ball (30), Airgunner Sergeant G.A. Race (22) en Airgunner Sergeant J.J. Sloan (22) verloren het leven.
Kamp Emmeloord
Sgt. Cottam en Sgt. Coyne liepen drie medewerkers van Kamp Emmeloord tegen het lijf. Zij waren die avond met een roeibootje naar een collega in Urk geweest en hadden het bootje vanwege spertijd buiten Urk ‘geparkeerd’. Een van de mannen sprak een enkel woordje Engels en zei dat de twee in veiligheid zouden worden gebracht. Cottam: ‘Zo gebeurde het we in het bootje plaats namen en naar het kamp geroeid werden. Ik had een hoofdwond. Die werd in het kamp behandeld door (wat later bleek) de in Noordoostpolder bekende dokter Jansen.’
Dokter Jansen kende twee verplegers van het ziekenhuisje in Vollenhove die contacten met het verzet hadden. Via hen zijn Cottam en Coyne in de nacht erop ergens tussen Emmeloord en Marknesse in een ambulance gestapt die hen naar Oostermeer (nabij Bergum) in Friesland vervoerde. Daar werden ze ondergebracht bij huisarts dokter Van Leeuwen bij wie ze maanden zijn gebleven.
Gearresteerd
Eind juli 1944 reisden ze per trein via Leeuwarden en Zwolle naar ’s-Hertogenbosch. Ze verbleven daarop bij Simon de Cock in Kaatsheuvel. Van daar zijn ze naar Antwerpen gegaan waar ze door verraad werden gearresteerd. Ze overleefden de oorlog in krijgsgevangenschap.
Patrick ‘Paddy’ Coyne (12 december 1914) overleed op 14 februari 2001 in Penticton, BC, Canada. Hij werd 86 jaar. William ‘Bill’ Winston Cottam (13 mei 1921) overleed op 15 januari 2008 in St. Annes, Lancashire, Verenigd Koninkrijk. Hij werd ook 86 jaar.
De gesneuvelde bemanningsleden zijn op de begraafplaats in Vollenhove begraven.
Bron: De Noorddoostpolder